Gerechtsdeurwaarders voeren een wettelijke taak uit en daarom is het – alleen al vanwege de veiligheid – onwenselijk als zij hun auto ver weg van het adres moeten parkeren waar zij moeten zijn. Daarnaast worden steeds meer (binnen)steden binnen Nederland autoluw, hetgeen het uitvoeren van de ambtelijke taak extra bemoeilijkt. Gerechtsdeurwaarders voeren hun taken echter uit door heel Nederland, van adressen op het platte land tot midden in het centrum van Amsterdam.
Vooral in dat laatste geval is het met regelmaat bijzonder moeilijk een parkeerplaats te vinden in de nabijheid van het adres waar de ambtshandeling verricht moet worden. En dat is, zoals hiervoor aangegeven, om meerdere redenen onwenselijk.
De KBvG is daarom in overleg gegaan met Rijkswaterstaat en dat heeft uiteindelijk geleid tot het afgeven van de beschikking door de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Naar aanleiding van deze beschikking wordt door de KBvG aan de leden een geprinte verklaring afgegeven, die zij moeten plaatsen onder de voorruit van hun auto. Met die verklaring, tezamen met het gerechtsdeurwaarders legitimatiebewijs, zijn gerechtsdeurwaarders vrijgesteld van de opvolging van een aantal verkeersborden in het geval zij een ambtshandeling moeten verrichten.