De beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders wil de rechtspraak behulpzaam zijn om een efficiëntie slag te maken. Met een relatief kleine wijziging in de huidige wijze van oproeping, is de efficiency in de logistiek en behandeling van de verdere procedure ingrijpend te verbeteren. Dit beoogt de KBvG met het zogenaamde filtermodel.
Het filtermodel bouwt een korte “tussenstap” in ten opzichte van de huidige procedure. In plaats van de gedaagde “direct” uit te nodigen om op de rolzitting te verschijnen wordt hem gevraagd om binnen een bepaalde termijn aan de gerechtsdeurwaarder kenbaar te maken of hij de vordering erkent, of hij (schriftelijk, mondeling, digitaal) verweer wil voeren. Er wordt niet naar de inhoud van het verweer gevraagd: het gaat om een feitelijke vaststelling van de processuele houding die de gedaagde partij aangeeft te willen innemen.
Pas na beantwoording van de vragen -of het uitblijven daarvan- brengt de gerechtsdeurwaarder de
dagvaarding bij het gerecht aan. De gerechtsdeurwaarder kan op deze wijze de dagvaardingen “gesorteerd” aan de griffie aanleveren en daarmee kan de griffie de afhandeling vele malen efficiënter inrichten dan nu gebeurt. Het werkproces om te komen tot een verstekvonnis is immers een geheel andere dan die van een procedure op tegenspraak. De traditionele rolzitting kan bovendien komen te vervallen.
Maar ook de zaken waarin de gedaagde partij verweer wil voeren zijn door het filtermodel logistiek te scheiden. Zo kan men de zaken waarin de gedaagde aangeeft mondeling verweer te willen voeren verzamelen en aan de hand van het aantal zaken, zittingsruimte reserveren en de partijen uitnodigen om op bepaalde tijdstippen aanwezig te zijn. En zo kan men, als de gedaagde heeft aangegeven in staat te zijn de stukken digitaal te ontvangen en te verzenden, gebruik maken van bijvoorbeeld een digitaal kantonproces.