De aanpassing volgt uit het advies van de Commissie herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Deze staatscommissie onderzocht de kostprijs van de ambtshandelingen in opdracht van de minister en kwam in juli 2019 met het rapport ‘Tussen ambt en markt’.
In dit rapport is aangegeven dat verdere waarborging van de onafhankelijke en onpartijdige positie van de gerechtsdeurwaarder gewenst is en dat aanpassing van de tarieven daar een noodzakelijk onderdeel van is. De huidige tariefstructuur in het besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarder (Btag) dateert van het jaar 2001. In de tussentijd zijn deurwaarderskantoren verder geprofessionaliseerd en zijn de werkzaamheden veranderd. De commissie zegt in haar advies dat de dossiers complexer zijn geworden, er vindt meer communicatie plaats met vooral schuldenaren en de reistijden zijn toegenomen. De huidige Btag-tarieven zijn hierdoor niet voldoende om kostprijs van de ambtshandelingen te dekken.
Redelijke vergoeding
Het kabinet nam eerder de aanbevelingen van de commissie over. De nieuwe tarieven zorgen ervoor dat de gerechtsdeurwaarder zijn werk op een maatschappelijk verantwoorde manier en in onafhankelijkheid kan doen. Met de Algemene maatregel van bestuur, die nu ter consultatie is voorgelegd, wil de minister de tarieven met ingang van 1 januari 2021 aanpassen.
Reactie KBvG
De KBvG onderschrijft nut en noodzaak van de herijking. Het komt de onafhankelijke positie van de gerechtsdeurwaarder ten goede dat de tarieven de gemiddelde kostprijsontwikkeling volgen.
In navolging van de adviezen uit het rapport Oskam, adviseert de KBvG echter om ook voor de toekomst de indexerings-methode te wijzigen. Ook zal naar een verhoging voor de vergoeding van de verdeelkosten moeten worden gekeken.