De KBvG is in de gelukkige omstandigheid dat de wet bepaalt dat er eens in de zoveel tijd een onafhankelijke evaluatie van Rijkswege plaats vindt. In 2009 werd de eerste evaluatie uitgevoerd. Vorig jaar werd zo'n grondige evaluatie voor de tweede keer uitgevoerd. Voorafgaand aan interviews met in- en externe stakeholders en een enquête onder de leden van de KBvG vond een literatuur- en documentonderzoek, en deskresearch plaats. Het rapport van deze tweede evaluatie is net gepresenteerd. We hebben het met felicitaties van het departement in ontvangst mogen nemen.
Waar de vorige evaluatie resulteerde in een rapport met de klinkende naam Noblesse Oblige, hebben we het nu te doen met de zakelijke titel ‘eindrapport’. In die titel zit meer dan op het eerste gezicht lijkt. Waar Noblesse Oblige een waarschuwende toon had (pas op uw zaak, uw stand verplicht) is het nu verschenen rapport een afsluiting. De KBvG is volwassen, een volwaardige PBO en het verenigingsleven definitief ontgroeid. We zijn er en we blijven er.
De onderzoekers hebben vastgesteld dat de organen van de KBvG functioneren in lijn met hun wettelijke opdracht. Er is geen punt dat het bestuur, de ledenraad of de ALV onvoldoende invult. De ledenraad is meer sturend en proactief, de overgrote meerderheid van de leden is tevreden over de wijze waarop het bestuur verantwoording aflegt en 85% van de achterband vindt de informatievoorziening voldoende tot goed.
Misschien nog wel belangrijker is dat de onderzoekers concluderen dat de KBvG zich heeft ontwikkeld als belangenbehartiger van de beroepsgroep, en in haar taakuitoefening ten aanzien van kwaliteitsbevordering, normering van de beroepsbeoefening en stellingname in het maatschappelijk debat. Op dat laatste wordt in het rapport dieper ingegaan. De KBvG heeft zich volgens de onderzoekers ontwikkeld tot een relevante, professionele stakeholder en gesprekspartner die proactief contact heeft met de departementen over belangrijke beleids- en wetgevingsdossiers. De PBO speelt daardoor in toenemende mate een agendabepalende en initiërende rol.
Er zijn ook punten van kritiek en zorg. De bedrijfsvoering van gerechtsdeurwaarders staat onder druk. Er is minder werk, minder omzet en een kleinere groep om de gezamenlijke lasten te dragen. Terwijl er meer geïnvesteerd zou moeten worden in bijvoorbeeld het Bureau om de belangrijke taken uit te blijven voeren en uit te bouwen. De beroepsgroep heeft er soms moeite mee dat het deurwaardersvak in het maatschappelijk debat een negatieve connotatie krijgt. Er is vergrijzing, er zijn zorgen over de toekomst. En niet iedereen voelt zich betrokken, of gehoord.
Het mooiste geschenk van de commissie, is een set aan heldere en concrete aanbevelingen om de PBO verder te professionaliseren. Die zien onder meer op reeds ingezette activiteiten, zoals uitvoering geven aan de afspraken in het convenant met het ministerie van Justitie en Veiligheid. Met het bestuur gaan we die aanbevelingen zorgvuldig bestuderen en we komen met een concrete reactie en een plan van aanpak. De onderzoekers concluderen dat de aanbevelingen uit Noblesse Oblige ter harte zijn genomen en grotendeels door de KBvG of de wetgever zijn opgepakt. Ik twijfel er geen seconde aan of dat niet ook met de nieuwe aanbevelingen gaat gebeuren.
Werk aan de winkel. Maar ook, even een moment genieten. Er is hard gewerkt, veel bereikt en we hebben met elkaar mooi werk geleverd. De KBvG staat als PBO. Moet je eens kijken waar we kunnen staan als de volgende onderzoekscommissie aan de gang gaat.