Onderdeel van het programma was een pittige paneldiscussie. Onder leiding van discussieleider – en dagvoorzitter - prof. mr. Kasper Krzeminski, spraken de panelleden over een vereenvoudiging van de procedure voor onbetwiste geldvorderingen. Een belangrijk onderwerp voor de KBvG. Want nu zien we dat vorderingen waarop geen verweer komt, alsnog via de rechter lopen.
Recht halen zonder de rechter
Volgens de KBvG is dat bij onbetwiste facturen eigenlijk niet nodig. Er is immers geen geschil. De gang naar de rechtbank verhoogt de werkdruk voor de rechter en de hoge kosten en lange duur zijn een drempel voor de schuldeiser. Bovendien krijgt de veroordeelde – doorgaans de schuldenaar – met onnodig hoge kosten te maken.
De KBvG pleit daarom voor een vereenvoudigd proces waarbij de gerechtsdeurwaarder zelf een executoriale titel kan afgeven.
Schuldeiser de keuze geven
Ook de eerdergehouden pilot van de Rechtspraak kwam ter sprake. Dit experiment ging over een wijziging van de procedure zoals beschreven in artikel 96 Rv. Kortgezegd komt het erop neer dat een schuldeiser zelf een keuze moet kunnen maken uit een procedure met of zonder tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder. In de praktijk betekent dat, dat een gerechtsdeurwaarder de dagvaarding afgeeft of dat de schuldeiser een verzoekschrift naar de rechter stuurt.
Vanzelfsprekend reageerden gerechtsdeurwaarders hierop. De KBvG vindt het goed als de gerechtsdeurwaarder in alle gevallen een rol speelt bij zowel de procesinleiding als de executie van onbetwiste vorderingen. Zo is rechtszekerheid gewaarborgd en vindt er altijd een verhaalbaarheidstoets plaats.
Het is duidelijk dat het symposium aangezet heeft tot nadenken. En dat is goed. De uitkomsten hiervan nemen we mee in de vervolggesprekken die we hebben met onze partners in de invorderingsketen.
Artikel 96 Rv luidt als volgt:
1 In alle zaken die slechts rechtsgevolgen betreffen die ter vrije bepaling van partijen staan, kunnen zij zich samen tot een kantonrechter van hun keuze wenden en zijn beslissing inroepen. Het geding wordt gevoerd op de wijze als door de kantonrechter bepaald.
2 Indien slechts een van partijen zich tot de kantonrechter wendt voor toepassing van het eerste lid, wordt aan haar keuze slechts gevolg gegeven indien alle andere partijen de kantonrechter berichten dat zij instemmen met deze keuze.