Bestaansminimum moet gewaarborgd, ook bij handhaving van sociale zekerheidswetgeving!

De KBvG staat sinds jaar en dag op de bres voor de handhaving van het bestaansminimum. Ongeacht of er beslag wordt gelegd op roerende zaken, inkomen of de bankrekening. Gezien vanuit de gedachte dat de beslagvrije voet een bestaansminimum moet garanderen wanneer er beslag op het inkomen wordt gelegd, acht de KBvG het onbestaanbaar dat de overheid in verschillende sociale zekerheidswetten bepalingen in stand houdt die de ruimte bieden om de beslagvrije voetregeling geheel ter zijde te schuiven wanneer bepaalde verplichtingen niet worden nagekomen. Om die reden blijft de KBvG bij iedere voorgestelde wijziging in de handhaving van de sociale zekerheid aandacht vragen voor de beslagvrije voet. Op 5 september jl. reageerde de KBvG dan ook in die zin op de internetconsultatie Wet handhaving sociale zekerheid, in maart 2023 op het Wetsvoorstel Handhaving Sociale Zekerheid, in april 2022 op de Wet maatwerk bij terugvordering en in maart 2021 op de Initiatiefwet vergroten beslissingsruimte gemeenten bij terugvordering bijstand. Naar de mening van de KBvG dient het bestaansminimum van Nederlandse burgers te allen tijde worden gewaarborgd!