Betekenen van stukken bij derdenbeslag
Aangegeven wordt door de Minister dat het klopt dat bij het leggen van beslag bij of onder een derde, aan die derde een exploot wordt betekend door de gerechtsdeurwaarder en dat inderdaad de stukken van het exploot zeer gedetailleerde, intieme en vertrouwelijke informatie over de schuldenaar kan bevatten.
Gelet op de proportionaliteit en de gevolgen voor de burgers is de Minister bereid om rechtsvordering dusdanig te wijzigen dat de ambtsedige verklaring van de gerechtsdeurwaarder in het exploot volstaat en de onderliggende, privacygevoelige stukken niet aan derden meer betekend hoeven te worden. Aangegeven wordt door de Minister dat de systematiek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering destijds zo is vormgegeven dat bij derdenbeslag recht werd gedaan aan de bijzondere positie van de schuldenaar en dat zeker gesteld moet worden dat daadwerkelijk jegens de juiste schuldenaar derdenbeslag werd gelegd. Om deze reden wordt naast het vonnis ook de onderliggende stukken door de schuldeiser met de derde worden gedeeld.
De Minister geeft aan dat hij een balans wil vinden tussen de belangen van schuldenaar en schuldeiser. Gelet op het vraagstuk van privacy, houdt dit in dat bij derdenbeslag er een andere aanpak moet komen. Bij een volgende wetswijziging van het Rv zal dit daarom worden meegenomen, na afstemmening met de Raad voor de rechtspraak en de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders over hoe dit het beste vorm kan worden gegeven.
Pilot “Zorgzaken” van rechtbank Amsterdam
Verder geeft de Minister in zijn reactie aan dat bij de rechtbank Amsterdam vanaf februari 2021 een experiment loopt, de pilot “Zorgzaken”, waarbij dagvaardingszaken via het verzoekschrift gestoeld op artikel 96 Rv, lopen. In de pilotprocedure wordt gepoogd om het opkomstpercentage op zitting te verhogen en in gesprek te gaan met burgers om een oplossing te bereiken die aansluit bij hun persoonlijke omstandigheden en minder kosten voor hen met zich meebrengt. De rechtbank werkt intensief samen met de zorgverzekeraar Achmea, de gemeente en schuldhulpverlening.
De Minister geeft aan dat de rechtbank Amsterdam besloten heeft de pilot in zijn huidige vorm structureel in te bedden in de kanton-procedure van de rechtbank. Daarnaast is door de rechtbank aangegeven dat zij overwegen de pilot uit te breiden met andere zorgverzekeraars en andere basisvoorzieningen, zoals woningcorporaties en energiebedrijven. De Minister geeft aan te de pilot met interesse te volgen en van mening is dat de rechtspraak zich zeker zou kunnen organiseren rondom het bredere perspectief van incasso- en schuldencasus voor de burger.
Het doet de Minister deugd dat de uitgenodigde mensen sneller naar de zitting komen en geeft aan in de gaten te gaan houden of ook bij de uitbreiding van de pilot, afdoende rekening wordt gehouden dat bij sommige mensen met problematische schulden belangrijke extra informatie niet bij de rechter bekend zal zijn. Een gerechtsdeurwaarder kan bij de dagvaarding meer systemen bevragen en daardoor beter zicht heeft op de totale schuldenpositie van een gedaagde. Ook geeft de gerechtsdeurwaarder regelmatig advies aan zijn cliënt, de schuldeiser, om een procedure niet door te zetten in verban met persoonlijke omstandigheden. Dit aspect ontbreekt volgens de Minister vooralsnog in de pilot “Zorgzaken” van rechtbank Amsterdam.
Klik hier voor het originele document met de reactie van de Minister op de vragen.