Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
Beslagvrije voet is ten onrechte op nihil gesteld. De gerechtsdeurwaarder mocht de titel executeren. Ontvangst van de brief van de gemachtigde van klager is niet bevestigd en evenmin is bericht dat de brief ter beantwoording is doorgezonden aan de opdrachtgever. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
Er was geen geldige titel om de door de ex-partner van klager gemaakte kosten voor het minderjarige kind te incasseren. Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.
Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich over het beslag op haar auto en het feit dat de gerechtsdeurwaarder nooit is komen opdagen op de dag van de aangekondigde openbare verkoop. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft verzuimd het exploot van 22 oktober 2020 (ook) aan de (toenmalige) bewindvoerder van klager te betekenen. Nu gerechtsdeurwaarder sub 1 niets van doen heeft gehad met het betekenen van dat exploot, dient de klacht gericht tegen gerechtsdeurwaarders sub 1 ongegrond te worden verklaard. De klacht gericht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 is gegrond. De kamer ziet af van het opleggen van een maatregel.
Herstelbeslissing behorende bij de beslissing van de Kamer van 20 december 2021 waarbij de beklaagde gerechtsdeurwaarders voor de duur van twee weken zijn geschorst.
Klacht tegen een toegevoegd gerechtsdeurwaarder. Dagvaarding is betekend door achterlating in gesloten envelop aan woonplaats klager. Klager stelt exploot nooit te hebben ontvangen. Klager verwijt gerechtsdeurwaarder dat hetgeen zij heeft gerelateerd in het exploot onjuist is en in strijd met wat daadwerkelijk is gebeurd. Juistheid van dit verwijt is niet voldoende aannemelijk geworden. Klacht ongegrond.
Vast is komen te staan dat diverse tekortkomingen in de financiële administratie van de gerechtsdeurwaarders hebben geleid tot een onjuiste berekening van de bewaringspositie per 31 december 2018 en 31 december 2019. Door onder meer de voorschotten niet juist in de administratie te verwerken hebben de gerechtsdeurwaarders onvoldoende inzicht gehad in de financiële positie van het kantoor en heeft een bewaringstekort kunnen ontstaan. Nu alle klachtonderdelen gegrond worden verklaard is aan alle gerechtsdeurwaarders de maatregel van een schorsing (van twee weken) opgelegd.
Beslissing op verzet. Klager heeft geen gronden van het verzet ingediend. De oorspronkelijke beslissing, dat het leggen van bankbeslag na een dwangbevel niet tuchtrechterlijk laakbaar is, blijft in stand.
De gerechtsdeurwaarder heeft klager te kennen gegeven dat hij ter zake van het leggen van conservatoir beslag op roerende zaken de woning van klager moest binnentreden. Klager heeft aangegeven dat hij niet aanwezig kon zijn. De gerechtsdeurwaarder is vervolgens de woning binnen gegaan op grond van het bepaalde in artikel 444 Rv in samenhang met de artikelen 10 en 11 van de Algemene wet op het binnentreden. De gerechtsdeurwaarder heeft niet aan klager heeft meegedeeld dat hij tevens opdracht had om een proces-verbaal van constatering op te maken. De bescherming van het huisrecht is geregeld in artikel 12 van de Grondwet. Ingevolge het eerste lid is binnentreden zonder toestemming van de bewoner alleen geoorloofd in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn aangewezen. Het tweede lid bepaalt dat voor het binnentreden overeenkomstig het eerste lid voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van het binnentreden zijn vereist, behoudens bij de wet gestelde uitzonderingen. Nu de gerechtsdeurwaarder klager niet heeft geïnformeerd dat hij van zijn opdrachtgever ook de opdracht had gekregen om een proces-verbaal van constatering op te maken, heeft hij in strijd met artikel 12 van de Grondwet gehandeld.