Zoeken in KBvG.nl

kbvg-emblem
Inloggen
kbvg-emblem
Heeft u schulden? Ga naar
22 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:38

Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de rechtbank niet juist heeft geïnformeerd over het geld dat de gerechtsdeurwaarder voor de zitting heeft ontvangen met als gevolg dat er onnodige kosten zijn gemaakt. De voorzitter heeft onder meer geoordeeld dat geen onnodige (proces)kosten zijn gemaakt, nu klaagster niet het gehele verschuldigde bedrag voor de zitting heeft voldaan. De kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en de door klaagster aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
22 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:37

Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarders geen akte van cessie hebben overgelegd of een machtiging van de partij die meent een vordering op klaagster te hebben. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
22 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:36

Klacht gegrond. Maatregel: één maand schorsing. De gerechtsdeurwaarder heeft in de opdracht tot de uitvoering van een ambtshandeling díe taken, die ingevolge de Gerechtsdeurwaarderverordening van haar verwacht mochten worden, veronachtzaamd. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder te laat gereageerd op correspondentie van klaagster en heeft zij zich in haar bejegening richting (en over) klaagster op dusdanige wijze uitgelaten die, naar oordeel van de kamer, buiten de grenzen van fatsoen en professionaliteit vallen. De toon en de verwijten die de gerechtsdeurwaarder klaagster maakt is de kamer niet onbekend. Deze onprofessionele houding en wijze van uitlaten blijkt een terugkerend fenomeen te zijn waar de kamer de gerechtsdeurwaarder reeds eerder berispingen voor heeft opgelegd. De kamer acht de maatregel in dit geval passend en geboden. De reden hiervoor is gelegen in de omstandigheid dat er naast de op zichzelf reeds gegronde klachtonderdelen, sprake is van recidive ten aanzien van de (te) late reactie op e-mails en de wijze van bejegening. Eerdere (andere) maatregelen hebben tot dusver niet geleid tot verbetering.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
22 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:35

Beslissing op verzet. Klagers beklagen zich er over dat de gerechtsdeurwaarders rauwelijks beslag op het inkomen hebben gelegd. Daarvan is geen sprake. Klagers hebben hun eigen conclusies getrokken nadat zij vernomen hadden dat het gerechtsdeurwaarderskantoor waar zij betalingen aan verrichtte zou failleren, en zijn gestopt met het doen van betalingen op de nog openstaande vorderingen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor die de vorderingen heeft overgenomen van het failliete kantoor heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door executiemaatregelen te treffen nu niet meer werd voldaan aan het betalen van de vordering. En hoewel daartoe geen verplichting bestaat verdient het de aanbeveling, bij overname van een portefeuille na faillissement, de debiteur hierover te informeren. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet tegen die beslissing dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
15 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:34

Klacht gegrond. Maatregel: één maand schorsing. De gerechtsdeurwaarder heeft executiemaatregelen getroffen uit hoofde van een titel die reeds was voldaan. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder te laat gereageerd op de klacht van klaagster. Los van de late reactie heeft de gerechtsdeurwaarder, in weerwil van artikel 3.5 lid 3 Gerechtsdeurwaardersverordening, nagelaten toelichting en uitleg te geven naar aanleiding van inhoudelijke vragen. Daarnaast is er dan nog de wijze waarop klaagster in de mailcorrespondentie op laatdunkende en ongepaste wijze te woord wordt gestaan door de gerechtsdeurwaarder. Vooral de onprofessionele wijze van uitlaten blijkt een terugkerend fenomeen te zijn waar de kamer de gerechtsdeurwaarder reeds eerder berispingen voor heeft opgelegd. De kamer acht de maatregel in dit geval passend en geboden. De kamer laat daarbij zwaar wegen dat de gerechtsdeurwaarder ingrijpende bevoegdheden heeft aangewend, zonder in overweging te nemen of deze gelet de situatie aangewend mochten worden. Daarnaast is er ten aanzien van de (te) late reactie op e-mails en de wijze van bejegening sprake van recidive, waarvan eerdere (andere) maatregelen tot dusver niet hebben geleid tot verbetering.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
15 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:33

Klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder zich schuldig maakt aan het onrechtmatig toe-eigenen van geld door voortdurend het verschuldigde bedrag te veranderen. Klager heeft de klacht (ten aanzien van enkele onderdelen) na de termijn van drie jaren ingediend. Voor het overige heeft de kamer geoordeeld dat er sprake is geweest van een (reken)fout, maar dat deze niet (zonder meer) leidt tot een tuchtrechtelijk laakbaar verwijt.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
15 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:32

Beslissing op verzet. De oorspronkelijk beslssing blijft in stand. De gemachtigde van klager heeft geen machtiging overgelegd, reden waarom de gerechtsdeurwaarder hem terecht geen informatie heeft gegeven.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
15 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:31

Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing blijft in stand. Het kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten dat klager niet heeft onderkend dat sprake was van twee vorderingen van de woningbouwvereniging. Klager heeft een vordering volledig betaald, maar wordt nu geconfronteerd met de andere vordering die nog openstaat. 

BRONtuchtrecht.overheid.nl
15 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:29

De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op een vraag van klager over de hoogte van de vordering en met name de berekening van de rente. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder pas na vijf weken het terug te betalen bedrag vanwege een onjuist berekende beslagvrije voet aan klager terugbetaald. Maatregel van berisping opgelegd. 

BRONtuchtrecht.overheid.nl
08 mei 2024
ECLI:NL:TGDKG:2024:27

Beslissing op verzet. Gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder ambtshandelingen heeft verricht in 2005 en 2007. De termijn van drie jaren waarbinnen een klacht moet worden ingediend is dan ook ruimschoots verstreken. Klaagster heeft niets aangevoerd waaruit zou kunnen blijken dat de gevolgen van die ambtshandelingen pas recentelijk bekend zouden zijn geworden. Vastgesteld moet worden dat klaagsters klacht op juiste gronden niet ontvankelijk is verklaard.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
schuldenwijzer
Heeft u schulden?

Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.

Inloggen