Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Kort geding. Executiegeschil. Ontruiming. De belangen van eiser bij behoud van de bestaande toestand wegen niet zwaar genoeg om af te wijken van de hoofdregel dat gedaagden een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis direct ten uitvoer mogen leggen. De vorderingen van eiser worden daarom afgewezen.
Kort geding. Executiegeschil. Ontruiming huurwoning. Uitvoerbaar bij voorraad in vonnis gemotiveerd. Geen misslag of nieuwe omstandigheden. Vordering om ontruiming te verbieden in afwachting van hoger beroep afgewezen.
Bestuurdersaansprakelijkheid. Verhanging onderneming binnen concern met achterlating van een schuldeiser. Turboliquidatie.
Vordering tot opheffing van conservatoire (derden)beslagen afgewezen. Onrechtmatige daad. Beroep op overmacht. Alles overziend valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands niet te zeggen of eiser een beroep op overmacht toekomt. Het is op voorhand niet uit te sluiten dat het beroep op overmacht faalt. Nader onderzoek en eventueel bewijsvoering is nodig om dit te kunnen beoordelen. Een procedure in kort geding leent zich daarvoor echter niet. Bij deze stand van zaken kan niet worden geconcludeerd dat de vordering waarvoor beslagen zijn gelegd in de bodemprocedure geen kans van slagen heeft. Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel.
Kort geding. Exhibitievordering ex artt. 843a Rv jo. 1019a Rv na bewijsbeslag en beslag tot afgifte. Art. 21 Rv. Inzage toegewezen voor wat betreft gestelde merkinbreuk door illegale parallelimport ex artt. 2.20 lid 2 sub a BVIE en 9 lid 2 sub a UMVo.
Kort geding: Vordering tot opheffen beslag. Vordering wordt afgewezen nu summierlijk van het bestaan van de vordering van de vrouw gebleken is. Voorts kan de tegenvordering van de man niet worden verrekend. Belangenafweging; de vrouw heeft een groot belang om verhaal van haar vordering veilig te stellen.
Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Trial within a trial. Toetsing ex tunc.
In deze zaak gaat het in de kern om de vraag of een voormalig bewindvoerder onrechtmatig grote sommen geld heeft onttrokken aan de bankrekeningen van de persoon wiens vermogen onder bewind was gesteld. De rechtbank oordeelt dat dit het geval is en dat de voormalig bewindvoerder deze bedragen moet terugbetalen.
“Eiser mag geen beslag leggen op de bankrekening van gedaagde (een overheidsinstantie). Er is geen reden om het wettelijk beslagverbod van art. 436 Rv, dat geldt voor goederen die bestemd zijn voor de openbare dienst, te doorbreken. Op grond van art. 60a Participatiewet mocht gedaagde de proceskosten die zij aan eiser moest betalen, verrekenen met haar vordering op eiser ter zake de door eiser ten onrechte ontvangen uitkering over de maand augustus 2015. Dat eiser gebruik maakt van gefinancierde rechtsbijstand, maakt dit niet anders. De CRvB heeft al uitgemaakt dat de verrekeningsbevoegdheid ook dan geldt."
Kort geding. Partijen verschillen van mening over de uitleg van de beschikking op grond waarvan de vrouw ten laste van de man beslag heeft laten leggen. De man heeft de vrouw daarom in kort geding gedagvaard en heeft opheffing van de beslagen gevorderd en een proceskostenveroordeling. Na de mondelinge behandeling zijn de beslagen in onderling overleg opgeheven en daarom zijn de vorderingen op dat punt ingetrokken, maar de man handhaaft de proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter legt de beschikking uit. De vrouw heeft niet ten onrechte ten laste van de man beslag laten leggen. Voorzieningenrechter wijkt niet af van de regel om in familierechtelijke geschillen op grond van het bepaalde in art. 289 Rv jo. art. 237 en 362 Rv te besluiten tot compensatie van de proceskosten. Verwezen wordt naar het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 28 januari 2021 (ECLI:NL:GHSHE:2021:271).