Juridisch nieuws

Geschil over ontruiming voormalig postkantoor. Geen woonruimte. Geen artikel 7:290 BW bedrijfsruimte. Opzegging rechtsgeldig. Ontruiming rechtmatig.

Kort geding. Vordering tot opheffing conservatoir beslag tot levering woning. Schriftelijkheidsvereiste artikel 7:2 lid 1 BW wel van toepassing. Particuliere verkoper. Feitelijke woonbestemming ten tijde sluiten verkoopovereenkomst. Vordering tot levering summierlijk ondeugdelijk. Belangenafweging. Beslag wordt opgeheven.

Provisionele eis opheffing conservatoir beslag. Afwijzing. Eiser in incident vraagt opheffing van beslag. Dit betreft een definitieve maatregel die onomkeerbaar is, en dus geen voorlopige voorziening die voor de duur van het geding kan worden gegeven.

Ontbinding en ontruiming wegens het veroorzaken van overlast, ook voor wat betreft de medehuurder.

Kort geding. Beëindiging overeenkomst van opdracht met deurwaarder ter zake van tenuitvoerlegging vonnis. Contractspartijen. Procespartijen. Financiële afwikkeling met opdrachtgever. Deurwaarder gehouden tot overdracht derdenbeslagdossier aan opvolgend deurwaarder. Geheimhoudingsplicht. AVG. Dwangsom. Vordering buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar.

Kort geding – Executiegeschil, dwangsommen verbeurd wegens niet nakomen omgangsregeling? Executoriaal beslag wordt gedeeltelijk opgeheven omdat van één dwangsom niet aannemelijk is dat deze is verbeurd.

Kort geding. Vordering tot opheffing executoriaal beslag. Aannemelijk dat vordering waarvoor beslag is gelegd door verrekening teniet is gegaan. Geen grond voor handhaving beslag.

Hypotheekakte; executoriale titel voor betalende borg (art. 430 Rv)?; bepaaldheid vordering (HR 8 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4889, Rabobank/[...]); subrogatie.

Gemengde overeenkomst van opdracht en bewaarneming. Contractspartijen. Gerechtelijke erkenning. Rekening en verantwoording. Eigendom en bewijsvermoeden houderschap en bezit; bewijsrecht. Artt. 154 Rv, 7:403 BW, 3:109 en 119 BW.

Beslag en executie. Een aantal schuldeisers treedt gezamenlijk op bij verhaal van hun vorderingen op schuldenaren die ten aanzien van een of meer van de vorderingen hoofdelijk zijn verbonden. Derdenbeslagen onder de Staat. De Staat keert na het leggen van de derdenbeslagen rechtstreeks bedragen uit aan de gezamenlijke schuldeisers. De gezamenlijke schuldeisers kiezen ervoor om de gelden zo op de schulden toe te rekenen, dat zij nog maximaal verhaal kunnen nemen op de onroerende zaken van een van de schuldenaren. Vraag of de wettelijke regels voor verdelen executie-opbrengsten van toepassing zijn op het verdelen van de gelden.