Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Kort geding. Executiegeschil. Gemeente mag overgaan tot veiling van inbeslaggenomen kunstcollectie.
Achterstallige ziektekostenpremies worden in afzonderlijke procedures gevorderd. Hierdoor zijn nodeloze kosten gemaakt. Compensatie proceskosten.
Ambtshalve toetsing van een verstekzaak: koop op afstand door consument. Bestelknop met de woorden "bevestig bestelling" voldoen niet aan de eisen van artikel 6:230v lid 3 BW gelet op het arrest Fuhrmann. Volgt vernietiging van de overeenkomst en afwijzing van de vordering.
Ambtshalve toetsing. Bestelknop voldoet niet. Op de bestelknop die de eisende partij hanteert staan de woorden: “bevestig en borg betalen” . De overeenkomst wordt vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van de maandelijkse termijnen.
Huur, campuscontract. Administratiekosten wegens niet betalen via automatische incasso & contractuele rente zijn oneerlijke bedingen. Terugbetaling inschrijfgeld toegewezen: niet redelijk voordeel ex art. 7:264 lid 2. Opleveringsschade: bewijsopdracht.
Huur restaurant; corona-huurkorting in kort geding; ondanks ontbreken referentie-omzet voor startend bedrijf toch huurkorting als voorlopige voorziening vooruitlopend op eventuele bodemprocedure.
Incidentele vorderingen over en weer ten aanzien van uitvoerbaar bij voorraad verklaarde veroordeling in eerste aanleg tot naleving cao: oplegging dwangsom enerzijds en schorsing tenuitvoerlegging anderzijds. Weegt het belang van de veroordeelde bij voorlopig behoud van de bestaande situatie zwaarder dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen bij uitvoerbaarheid daarvan? Risico van onomkeerbare gevolgen en financiële schade. Schorsing toegewezen, dwangsom afgewezen. Art. 611a jo. 223 Rv, art. 351 Rv.
Einde huurovereenkomst op grond van Leegstandwet (artikel 16 lid 8 Leegstandwet). Onvoldoende onderbouwd dat huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan. Woning is aan zoon verhuurder verkocht. In licht daarvan onvoldoende onderbouwd dat vergunning op grond van de Leegstandwet ten onrechte is verleend of dat verhuurder misbruik van recht maakt door daarop een beroep te doen. Na afloop huurovereenkomst geen toestemming voor verder gebruik nu verhuurder voor einde dagvaarding had laten betekenen. Verrekening van bepaalde kosten niet mogelijk omdat 7:206 lid 3 BW is uitgesloten. Betaling van extra bedrag in licht van betwisting en overgelegde stukken onvoldoende onderbouwd.
Artikel 62e, lid 2 Participatiewet. De gemeente kan de rechter verzoeken om een verhaalsbedrag vast te stellen in afwijking van een rechterlijke uitspraak over de alimentatie. Er moet dan wel sprake zijn van een wijziging van omstandigheden.
Opheffing beslag. 'Eis in de hoofdzaak'. Ook als het bilaterale Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de wederkerige erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen in burgerlijke zaken van 17 november 1967 en het Haags Forumkeuzeverdrag 2005 niet van toepassing zijn, is tenuitvoerlegging van een door de Engelse High Court gegeven materiële beslissing over de gegrondheid en de omvang van de vordering ter verzekering van de voldoening waarvan de Beslagen zijn gelegd in Nederland mogelijk via de weg van artikel 431 lid 2 Rv. Inhoudelijk en materieelrechtelijk komt een dergelijke ‘verkapte exequaturprocedure’ neer op tenuitvoerlegging van een beslissing over de gegrondheid en de omvang van de vorderingen van gedaagde gegeven door de Engelse High Court. Indien aan de in de jurisprudentie ontwikkelde erkenningsvoorwaarden is voldaan en als de vordering op grond van artikel 431 lid 2 Rv strekt tot veroordeling tot hetgeen waartoe de wederpartij in de buitenlandse beslissing is veroordeeld, dient de rechter de gebondenheid van partijen aan de beslissing van de buitenlandse rechter immers tot uitgangspunt te nemen en is de beslissing in beginsel, zonder inhoudelijke toetsing, toewijsbaar. Vgl. Hoge Raad 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838 (Gazprom).