Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Kort geding. Appel van ECLI:NL:RBNHO:2020:1674. Executoriale beslagen gelegd door pandhoudster onder de appellanten. Niet vexatoir. Geen opheffing. Schorsing? Nadere instructie.
Gemeente heeft verzoek ex artikel 26 Wvg ingediend. Aan het verzoek heeft de gemeente ten grondslag gelegd dat de hypotheekakte de kennelijke strekking heeft afbreuk te doen aan het voorkeursrecht van de gemeente. De rechtbank oordeelt dat de hypotheekconstructie de betrokken partijen praktisch in de gelegenheid stelt om het voorkeursrecht dat de gemeente op de percelen heeft gevestigd te omzeilen. Indien verweerder haar betalingsverplichtingen tegenover de schuldeiser niet nakomt - wat verweerder zelf in de hand heeft - kan de schuldeiser tot executie van haar recht van hypotheek overgaan en kan zo een derde eigenaar van de percelen worden zonder dat deze eerst aan de gemeente zijn aangeboden. In artikel 10 lid 2 onder 2 Wvg is immers de executoriale verkoop opgenomen als uitzondering op de verplichting van de vervreemder om de percelen eerst aan de gemeente aan te bieden. De door verweerders verrichte rechtshandeling wordt, zoals door de gemeente verzocht, vernietigd.
Vordering tot opheffing beslag in kort geding toegewezen in verband met schenden verplichting uit artikel 21 Rv.
Informatieverplichting schuldenaren bij executoriaal beslag op grond van artikel 475 g lid 1 Rv in samenhang met de wetsgeschiedenis bij artikel 444 Rv (TK 16593, nr. 5, p.11-12). Veroordeling om informatie te verschaffen op straffe van dwangsom.
Klacht tegen een toegevoegd-gerechtsdeurwaarder. Berekening beslagvrije voet. Onder woonkosten in de zin van art. 475d lid 4 onder b (oud) Rv wordt geen aflossing van een oude huurschuld verstaan. Klacht ongegrond.
Derdenverklaring na executoriaal beslag betwist. Stand van rekening courant verhouding tussen debiteur/vennoot van de derdenbeslagene en de derdenbeslagene bepalend voor het antwoord op de vraag of de derdenbeslagene een schuld heeft aan de betreffende vennoot. De mogelijkheid van die vennoot om opnamen te doen ten laste van het vermogen van de derdenbeslagene brengt niet met zich dat deze opnamen als schuld van de derdenbeslagene zijn te duiden.
Schending zorgplicht bank. Geen schending klachtplicht. De Rabobank heeft aan haar cliënt, een hoogbejaarde man, tot driemaal toe, in de periode 2003-2008, een zogeheten ‘opeethypotheek’ verstrekt door tussenkomst van een zogeheten ‘huisvriendin’ die uiteindelijk door contante geldopnamen het geld heeft weggesluisd/opgemaakt. De Rabobank heeft in die periode niet eenmaal de cliënt gesproken/gezien en hetgeen in de offertes staat (dat de cliënt de risico’s kende bijvoorbeeld) is feitelijk niet juist. De overschrijvingen die de huisvriendin deed vanuit de opeethypotheek zijn niet gecheckt door de Rabobank (de handtekeningen waren dubieus), waarna de huisvriendin de gelden kon opnemen van de bankrekening (waarvoor ze een machtiging had). Het beroep op de klachtplicht slaagt niet. Over de hoogte van de schade mogen de erfgenamen van de inmiddels overleden hoogbejaarde man zich uitlaten.
Een bewindvoerderskantoor is door de kantonrechter van de rechtbank Overijssel tot 1 januari 2022 geschorst in de dossiers van 20 cliënten. Het kantoor heeft in de afgelopen periode teveel fouten gemaakt en de zaken niet voldoende op orde. Een tijdelijke bewindvoerder neemt de taken zolang over. Daarnaast onderzoekt de tijdelijke bewindvoerder of deze cliënten schade hebben geleden. Eerder besloot de kantonrechter al dat de organisatie tijdelijk, tot 1 juli 2021, geen nieuwe cliënten erbij krijgt. De organisatie is bewindvoerder over de vermogens van iets minder dan 500 rechthebbenden. Jaarlijks leggen bewindvoerders over hun werk voor cliënten rekening en verantwoording af bij de kantonrechter. De rechter ziet er op toe dat de bewindvoerder zijn werk doet.
Conventie: Geldvordering. Beroep op verjaring. Artikel 6:89 BW. Artikel 23 Rv. Artikel 6:96 lid 4 BW niet van toepassing. Reconventie: geen sprake van onverschuldigde betaling. De gelegde beslagen zijn niet onrechtmatig. Incidentele vordering: belang bij opheffing van de beslagen is onvoldoende onderbouwd. Aan een eventuele belangenafweging wordt niet toegekomen.
Terugbetaling uit hoofde van onverschuldigde betaling van een per abuis, als gevolg van een technische fout overgeboekt bedrag.